Ken je de Schwäbische Alb? Deze regio in Zuid-Duitsland is veel minder bekend dan zijn buurman het Zwarte Woud. Onterecht, want hier vind je mooie kastelen, grotten en een prachtige natuur.
De Schwäbische Alb, in goed Nederlands ook wel de Zwabische Jura, is een midden-gebergte ten Oosten van het Zwarte Woud. Het heeft de Donau als zuidelijke grens en loopt onder Stuttgart tot aan de grens met Beieren.
De Alb wordt gevormd door een kalksteenplateau dat zich uitstrekt over ongeveer 200 kilometer. Het wordt gekenmerkt door steile kliffen en diepe valleien, afgewisseld met glooiende weiden, met talloze rivieren en beken die door het gebied stromen.
Geologisch gezien is de Schwäbische Alb uniek. Dat heeft ook zijn weerslag gehad in de geschiedenis van het gebied, en in wat daar nu nog van te zien en beleven is. Maar laten we eens beginnen bij die geologie.
Het kalksteen van de Schwäbische Alb zorgt voor een uniek landschap. Wanneer het er regent, dan lost het kalk op, en verdwijnt het voor een deel in de grond.
Zo ontstaan er grotten, zinkgaten en ondergrondse rivieren. De Schwäbische Alb is de regio met de meeste grotten in heel Duitsland! Veel daarvan zijn vanaf de oppervlakte niet te zien, maar je zult verstelt staan van de prachtige wereld onder de grond.
Diverse grotten zijn voor bezoekers toegankelijk gemaakt. Zo kan je de Wimsen-grot alleen per boot bereiken. En in de Tiefenhöhle in Laichingen ga je tot een enorme diepte. Tot 55 meter diep kan je hier de vorming van het rotslabyrinth bewonderen.
De Charlottenhöhle is de langste inloopgrot van de Schwäbische Alb. In het interactieve museum leer je hier alles over de geschiedenis. En voor de kinderen is er een avonturen- en een waterspeeltuin.
Maar dat zijn slechts enkele van de vele toegankelijke grotten in de Schwäbische Alb.
Met al die ondergrondse rivieren moet het water toch ook weer eens omhoog komen. En dat doet het ook. In de Schwäbische Alb hebben vele rivieren en beekjes hun oorsprong.
Eén van de bekendste bronnen is natuurlijk die van de Donau. Deze vind je in Donauschingen tussen Zwarte Woud en Schwäbische Alb.
Andere mooie bronnen om te bezoeken zijn de Lauterbron bij Offenhausen, de Kocherbron bij Aalen en de Brenztopf bij Königsbronn.
Maar de mooiste (maar dus ook druk bezochte) is toch wel de Blautopf in Blaubeuren.
En dan zijn er nog meer water-attracties te vinden op de Schwäbische Alb. watervallen bijvoorbeeld!
De mooiste waterval is zonder twijfel de Uracher waterval. Deze valt over 37 meter naar beneden. Het kalkrijke water valt op het mos, en laat daar een deel van de kalk achter. De mos en kalk groeien samen in meerdere lagen.
In het gebied rond de waterval kan je prachtige wandelingen maken. hierbij kom je ook langs de Gütersteiner waterval, en zie je verschillende burchten en ruïnes.
De Zillhauser waterval is de derde grootste waterval van de Schwäbische Alb. Het verval is hier 26 meter. Hij is vooral spectaculair als er veel regen gevallen is. In de zomer kan hij bijna helemaal droogvallen.
De grotten zorgden voor een vroege bewoning door onze voorvaderen. In de laatste ijstijd jaagden de vroege mensen hier op mammoeten, rendieren en ander wild.
Er zijn vele archeologische vindplaatsen in de grotten van de Schwäbische Alb. In het Urgeschichtliches Museum in Blaubeuren leer je alles over het leven van deze oerbewoners. Maar ook over hun kunst en muziekinstrumenten, ook heel leuk voor kinderen.
Ook de Romeinen hebben zich in de Schwäbische Alb gevestigd. In Aalen bevond zich het grootste Romeinse ruiterfort ten Noorden van de Alpen.
Bij de opgravingen van dit fort bevindt zich het Limes museum, waar je een overzicht krijgt van het leven van de Romeinen langs de grens van hun rijk.
In Hechlingen-Stein bevindt zich een Romeins openlucht museum. Op de oude funderingen van een Romeinse nederzetting zijn hier enkele gebouwen gereconstrueerd.
Op iets meer dan 8 km van Burg Hohenzollern ligt dit fijne hotel met gezellig en behulpzaam personeel. De kamers hebben fijne bedden en om de hoek ligt het Romeinse openluchtmuseum. Je kan er lekker eten!
De Schwäbische Alb is ook bekend om zijn vele kastelen en burchten. Deze historische bouwwerken, die vaak op de toppen van heuvels en kliffen zijn gebouwd, bieden een fascinerend inzicht in de middeleeuwse geschiedenis van de regio.
Meer dan 100 kastelen en burchten zijn er in de Schwäbische Alb te vinden. Veel te veel om hier te noemen. Ik hou het dus bij een paar prachtige voorbeelden. Zoals het Lichtenstein kasteel.
Gebouwd op de fundamenten van een Middeleeuws kasteel, is hier in 1840 een neo-gotisch kasteel gebouwd. Het kasteel met de opvallende witte ronde toren is van verre al te zien. Maar vanwege het prachtige interieur en exterieur moet je zeker een bezoekje brengen.
Maar het topstuk van de kastelen in de Schwäbische Alb is toch het Hohenzollern Kasteel. Dit iconische Ridderkasteel wordt zelfs als top-attractie van het Zwarte Woud genoemd, terwijl het daar helemaal niet ligt!
Reutlingen is de grootste stad en ligt midden in de Schwäbische Alb, een prima uivalsbasis om de streek te ontdekken. Maar Reutlingen heeft zelf ook veel te bieden.
De binnenstad heeft leuke straatjes met mooie huisjes. Bijzonder zijn de Middeleeuwse poorten Gartentor en Tübinger Tor. En relaxen doe je in het gezellige en levendige Bürgerpark.
Kleiner in omvang, maar ook groots is de bruisende universiteitsstad Tübingen. Hier kan je shoppen, sporten en uitgaan. En genieten langs of op de rivier Neckar.
Ook Aalen in het Oosten van de Schwäbische Alb is het vermelden waard. Een historische, maar toch moderne stad langs de Limes.
Meer leuke stadjes als Schorndorf, Kirchheim unter Teck en Nehren vind je op de Vakwerkroute die ook door de Schwäbische Alb loopt.
Met al die prachtige attracties in de natuur en al die leuke stadjes is de Schwäbische Alb bij uitstek geschikt voor (lange of korte) fiets- en wandelvakanties. En ook op het water kan je van de natuur genieten.
Eén van de hoogtepunten is de Albsteig, een langeafstandswandelpad dat zich over de gehele lengte van de Schwäbische Alb uitstrekt. Hierbij wandel je vaak op de rand van de Schwäbische Alb, met prachtig uitzicht over het lager gelegen land.
Ook voor fietsers is er een lange afstandsroute: de Schwäbische Alb Radweg. Deze is 417 km lang en loopt van Donauwörth in Beieren helemaal door tot de Bodensee.
Uiteraard kan je bij zowel de wandeling als de fietstocht slechts één of enkele etappes doen. Bovendien zijn er ook vele andere dagtochten of meerdaagse tochten beschikbaar.